Over mij

Mijn foto
Gent, Oost-Vlaanderen, Belgium

zondag 12 december 2010

OVER HET TRAGISCHE EN KORTE BESTAAN VAN EEN KLEINE VERSCHOPPELING













B I B I




Bibi werd op één van de voederplaatsen gedropt toen hij nauwelijks 6 weken oud was, midden in de periode dat het vrijwel ononderbroken slagregende (de zondvloed, die iedereen zich nog wel kan herinneren). In de vier daaropvolgende weken worden herhaalde pogingen ondernomen om hem te pakken te krijgen. Het werd alsmaar kouder, het vroor alsmaar harder, het sneeuwde alsmaar meer. Maar Bibi bleef angstig in zijn kartonnen doosje zitten bibberen - geen enkel vangsysteem had het gewenste effect, integendeel. Wanneer hij je zag (of hoorde) afkomen, schoot hij uit zijn schuilplaats de natte struiken in en bewoog niet meer, tot je weer vertrok. Ondertussen meldde de vaste voederzetter dat hij er abnormaal dik uitzag, terwijl hij toch nauwelijks kwam eten. Het was méér dan hoog tijd om drastisch in te grijpen. Hieronder het verslag van een geslaagde vangactie.


"Het vroor dat het kraakte (letterlijk!). Op kousevoeten naderde ik het doosje waarin hij zich verstopt had. Telkens er een trein met veel lawaai voorbij raasde, maakte ik van de gelegenheid gebruik om één pas dichterbij te komen. Het was deze keer niet moeilijk om hem te vinden. Helemaal in zijn eentje, zat hij zachtjes te jammeren. Hartverscheurende, héél stille miauwtjes - zéér ongewoon voor een zwerfpoesje want de meesten laten zich niet horen, in welke toestand ze zich ook bevinden. Zo traag als in de vrieskou maar mogelijk was schoof ik het losse deurtje van een transportbakje voor de opening van de doos en ... hebbes! Vlug het doosje op zijn kant gezet, snelbinders errond, op de bagagedrager van de fiets gezet en hem de hele weg zachtjes toegesproken. Eindelijk naar huis!"


Alwaar hij tot aan zijn ellebogen in een warmwaterbadje wordt gezet, want hoewel hij een steenharde buik als een biljartbal heeft, zit hij helemaal onder de diaree. Hij vindt het blijkbaar heerlijk want spint erbij als een spinfabriek, laat zich ontspannen wassen en wordt in een grote badhanddoek gedraaid en in een zacht en warm nestje neergevleid. Met lekkere Sheba-paté vlakbij zijn babyneusje, maar die staat er een paar uur later nog. Onaangeroerd.


En dan begint de ellende.


Hij slaakt kreten van pijn en verlegt zich voortdurend, waardoor hij zich blootgooit. Ik neem hem in bed, wrijf over zijn rugje, masseer zijn harde buik en neem hem in mijn armen, waardoor hij tenminste warm blijft. Het is duidelijk dat hij af en toe een fikse kramp krijgt, maar tegen dan is het vèr over middernacht - onmogelijk om op dat uur nog een invoelende dierenarts te vinden die hem wil onderzoeken en opnemen. Tussen 2u n 7u 's ochtends ligt hij relatief stil, met open ogen te kijken en te luisteren naar wat ik allemaal aan hem vertel.


Wanneer zijn geweeklaag ononderbroken herbegint en hij met niets meer te troosten is, weet ik dat zijn laatste uur geslagen heeft. Ik kleed mij aan en bel de dierenarts met de vraag of ik hem mag brengen.


En dan ligt hij plotseling doodstil, met zijn kopje op zijn voorpoten.

Een paar minuten later is hij gestorven, voorgoed verlost van zijn pijn.


Kleine Bibi was ongewenst en is als een verstoteling de ijskoude wereld ingeschopt. Volgens de dierenarts zelfs letterlijk, wat zijn afschuwelijk harde, dikke buik en zijn angst voor mensen zou verklaren.


Dat de gewetenloze die hem dit heeft aangedaan, voor eeuwig moge branden in de hel, bij voorkeur op een laag pitje!


(Poezen-)collega S. laat hem op haar kosten cremeren, waarna hij in een prachtig poezenvaasje hier in huis een speciaal plaatsje krijgt.


Als symbool voor alle zwerfpoezen die onbeschermd zijn overgeleverd aan de onmeedogenloze grillen van mens en natuur...